“Kijk, lage hekken en de buitendeur staat al de hele zomer open. Dat verwacht je niet bij een gesloten inrichting, toch?”, vertelt Sabine met een glimlach. Ze is gezinsmentor op de gesloten groep voor kinderen onder de 12 jaar van Bergse Bos.

Het is bijna half 9 en de meeste kinderen zijn al op school. Als we binnenkomen staat een jongen op van de bank. Hij heeft een knotje in zijn haar en gelakte nagels. Hij geeft Sabine een knuffel en vraagt: “Loop je met me mee? Mijn taxi is er.”

“Vroeger bestond deze groep uit 10 kinderen”, vertelt Sabine als ze weer terug is. “Tegenwoordig wonen er 6 kinderen op de groep. Door de groepen kleiner te houden, kunnen we de kinderen meer tijd en aandacht bieden en is er meer rust op de groep.”

Ze legt uit: “De kinderen die hier verblijven zijn tussen de 8 en 12 jaar. Ze worden bij ons geplaatst om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat ze te maken hebben met een onveilige thuissituatie door huiselijk geweld. Psychische problematiek bij ouders of het kind komt ook voor. Daarnaast worden hier kinderen geplaatst met autisme, hechtingsproblematiek en ADHD. Op de groep laten kinderen regelmatig onveilig gedrag zien, zoals agressie of weglopen. Ze vormen hiermee een gevaar voor zichzelf, maar ook voor anderen.”

“Eindelijk krijg ik de juiste hulp” 1
Gezinsmentor Sabine

Gesloten, maar niet opgesloten
Met verschillende huizen en een speelplaats lijkt de locatie Bergse Bos een klein dorp. In de huizen zijn er zowel gesloten als open groepen gehuisvest. Dat het hier om een gesloten groep gaat, merk je onder meer aan de chill out room. Sabine laat een kamer zien met daarin alleen een zitzak, verder niets. “De ruimte is bewust prikkelarm, zodat de kinderen bij hoge spanning hier veilig kunnen zakken in hun emotie. Wij laten de kinderen nooit alleen en werken de-escalerend.”

Sabine loopt verder door het gebouw. “De kinderen zitten bij ons niet de hele dag op hun kamer. De slaapkamers zijn om te slapen en gaan ook nooit op slot. We gebruiken wel een piepersysteem, zodat we het ’s nachts horen als een kind zijn kamer verlaat. Zo houden we het ook veilig in de nacht.”

Alle kinderen volgen onderwijs op de Bergse Veld school op hetzelfde terrein. Zorg en onderwijs zijn met elkaar afgestemd, ieder kind heeft zo een eigen ‘dagprogramma’. Daarin is bijvoorbeeld ook buitenspelen opgenomen, of ze krijgen therapie. Sabine: “De kinderen bouwen bij ons vrijheden op. Eerst blijven ze binnen ons zicht en gehoor. Als dat goed gaat en ze hebben hun doelen behaald dan mogen ze vrij spelen in de tuin, op het terrein of zelfs tot aan de skatebaan.”

Geen passende vervolgplek
Horizon en andere jeugdzorgaanbieders werken hard aan de kwaliteitsverbetering binnen de jeugdzorg. Zowel op open als op gesloten groepen. Denk aan kleinere groepen, het goed op elkaar afstemmen van zorg en onderwijs, zo min mogelijk overplaatsingen en hulp voor het hele gezin – niet alleen voor het kind.

Om in gesloten jeugdzorg te kunnen verblijven geeft de rechter een machtiging af. Zo kort als mogelijk en zo lang als nodig is. Toch wonen sommige kinderen al 2 jaar op de gesloten groep. Hoe kan dat?

Sabine: “Het probleem is dat we niet altijd een passende vervolgplek kunnen vinden. Kinderen weer thuis laten wonen is ons uitgangspunt, maar dat is niet in iedere situatie of meteen mogelijk. Dit heeft te maken met de draagkracht en draaglast van de ouders en hun kind. Soms zou je bijvoorbeeld graag willen dat een kind parttime thuis gaat wonen in samenwerking met een gezinshuis of pleegzorg. Alleen is de doorstroom hiernaartoe lastig vanwege een tekort aan plekken.”

Sonja, de moeder van Milan (9), deed er alles aan om haar kind thuis te houden. ‘Mijn zoon in gesloten jeugdzorg? Dat is toch zielig?’, dacht ze. Maar toen na jaren van worstelen haar zoon toch op een gesloten groep terechtkwam, was ze opgelucht. Ze krijgt eindelijk de juiste hulp.

Milan is lief, maar ook agressief
“Milan is een vrolijke, lieve en rustige jongen”, vertelt Sonja. “Maar het is ook een jongen die uit het niets heel erg boos kan worden. In zo’n bui schopt, slaat en bijt hij. Hij slaat de boel kort en klein. Op school, maar ook thuis.”

Na de dood van haar man, 6 jaar geleden, probeerde Sonja Milan te helpen met spel- en rouwtherapie. Ze ging met hem naar een psycholoog en voerde wekelijks gesprekken op school. Maar het gedrag werd steeds heftiger. De druppel die de emmer deed overlopen kwam dit jaar. Tijdens een escalatie belde ze de politie. Milan werd heel fysiek en ze kon hem niet meer bereiken.

Omdat Sonja mentaal uitgeput was, besloten ze om Milan vrijwillig uit huis te plaatsen bij een pleeggezin. Na anderhalve week trok het gezin aan de bel. Milan had met een mes zijn matras kapot gestoken, zijn pleegmoeder gebeten en de hond geschopt. Dezelfde dag nog ging hij naar een open groep van het Leger des Heils, maar ook daar konden ze hem niet in toom houden.

Milan kwam weer thuis wonen en kreeg 24/7 begeleiding. Twee mensen ondersteunden Sonja de hele dag met opvoeden. Helaas mislukte deze hulpvorm ook. Het werd te traumatisch voor Milan én voor Sonja. “Toen heb ik de Raad voor de Kinderbescherming betrokken en zodoende heeft de rechter een gesloten machtiging afgegeven”, vertelt Sonja.

“Eindelijk krijg ik de juiste hulp” 2

‘Ik wil niet meer verhuizen’
Sabine is de gezinsmentor van Milan en Sonja: “Toen Milan net bij ons was, zei hij dat hij niet meer wilde verhuizen. Hij was in een half jaar tijd al 4 keer verplaatst.” Sonja: “Als ik had geweten dat Milan hier terecht zou komen, had ik dat wel eerder gewild. Milan doet het goed hier. En ik zie deze locatie niet als gesloten. Er zijn geen hoge hekken, geen tralies voor de ramen. We krijgen hier de hulp die we nodig hebben.”

Meteen vanaf de eerste dag is Sonja betrokken bij de behandeling van Milan. Voordat Milan werd geplaatst, maakte ze kennis met Sabine via een videogesprek. De eerste week mocht ze elke dag langskomen, bijvoorbeeld om Milan in te stoppen voordat hij ging slapen. Inmiddels komt ze 2 keer per week langs, en gaan Milan en Sabine 1 keer per week naar Sonja toe.

Sabine: “We proberen ouders vanaf het begin bij de hulp te betrekken. Het ligt nooit alleen aan het gedrag van het kind, het is altijd een combinatie met het gezinssysteem. Daarom werken we met ouders samen en proberen we stap voor stap toe te werken naar een prettige manier van thuis-zijn.”

Focus op wat goed gaat
Een voorbeeld van een samenwerking met ouders is het verkenningsweekend. Tijdens zo’n weekend verblijven ouders met hun kind op het terrein van Horizon. Ze doen diverse activiteiten om de interactiepatronen binnen het gezin te herkennen. De focus ligt op wat goed gaat. Na zo’n verkenningsweekend worden er gezamenlijk doelen opgesteld en wordt het gezin verder begeleid en gecoacht.

Sonja en Milan deden onlangs mee aan het verkenningsweekend. Daaruit kwam onder andere naar voren dat Milan angsten heeft en bang is om zijn moeder te verliezen. Ook denkt hij vaak dingen en doet hij aannames zonder eerst vragen te stellen. De doelen waaraan Sonja gaat werken, zijn conflictbeheersing en grenzen stellen. En Milan gaat proberen om meer te praten over zijn gevoel en vragen te stellen.

Tijd voor een goed herstel
Voor Sonja is het belangrijk om de tijd te nemen voor stabilisatie en voor een goed herstel. De eerste machtiging van Milan is verlengd door de rechter, onder andere op verzoek van Sonja.

“Als deze locatie er niet was, zou Milan weer naar een open groep zijn gegaan. Maar op een open groep hebben ze niet zo’n vast stramien met zo veel begeleiders per kind. Deze omgeving is nodig om hem te stabiliseren en te kalmeren. Ik ben blij dat de machtiging door de rechter is verlengd. Milan kan beter nog even hier blijven dan overgeplaatst worden naar bijvoorbeeld een open groep.”

“Ik ben heel blij dat ik eindelijk écht goede hulp krijg”, zucht Sonja. “Ik stond er zo lang alleen voor! Ik wil liever dat Milan hier iets langer blijft dan dat het te kort is en we wéér in een vicieuze cirkel belanden. Mijn wens is dat hij goede therapie blijft volgen, dat hij een fijne school krijgt én dat we thuis een veilige basis creëren. Ik hoop dat ik nog een half jaar de tijd krijg om dat samen met hem goed op te bouwen.”